SV | Maar Mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, gelijk als Ik [die] weggenomen heb van Saul, dien Ik van voor uw aangezicht heb weggenomen. |
WLC | וְחַסְדִּ֖י לֹא־יָס֣וּר מִמֶּ֑נּוּ כַּאֲשֶׁ֤ר הֲסִרֹ֙תִי֙ מֵעִ֣ם שָׁא֔וּל אֲשֶׁ֥ר הֲסִרֹ֖תִי מִלְּפָנֶֽיךָ׃ |
Trans. | wəḥasədî lō’-yāsûr mimmennû ka’ăšer hăsirōṯî mē‘im šā’ûl ’ăšer hăsirōṯî milləfāneyḵā: |
Maar Mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, gelijk als Ik [die] weggenomen heb van Saul, dien Ik van voor uw aangezicht heb weggenomen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar Mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, gelijk als Ik [die] weggenomen heb van Saul, dien Ik van voor uw aangezicht heb weggenomen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!